Wijsheid van Salomo 4:1 Het is beter geen kinderen te hebben, en deugd te hebben: ter nagedachtenis daarvan is onsterfelijk: omdat het bekend is bij God en bij de mensen. 4:2 Wanneer het aanwezig is, nemen de mensen er een voorbeeld aan; en als het weg is, zij begeer het: het draagt een kroon en zegeviert voor altijd, nadat ze het heeft gekregen de overwinning, streven naar onbevlekte beloningen. 4:3 Maar het zich vermenigvuldigende broedsel van de goddelozen zal niet gedijen, noch diep raken wroetend uit bastaardengelen, noch een vast fundament leggen. 4:4 Want hoewel ze een tijdlang in takken bloeien, toch staande niet laatste, zij zullen worden geschud door de wind, en door de kracht van de wind zullen zij zal worden uitgeroeid. 4:5 De onvolmaakte takken zullen afgebroken worden, hun vruchten onvruchtbaar, niet rijp om te eten, ja, ontmoet voor niets. 4:6 Want kinderen, verwekt uit onwettige bedden, zijn getuigen van slechtheid tegen hun ouders in hun proces. 4:7 Maar hoewel de rechtvaardige door de dood wordt verhinderd, zal hij toch binnen zijn rest. 4:8 Want een eervolle leeftijd is niet wat in de tijd stand houdt, noch dat wordt gemeten in aantal jaren. 4:9 Maar wijsheid is het grijze haar van de mensen, en een vlekkeloos leven is ouderdom. 4:10 Hij behaagde God, en was geliefd door hem: zodat hij leefde onder de zondaars werd vertaald. 4:11 Ja, hij werd spoedig weggenomen, opdat die goddeloosheid de zijne niet zou veranderen begrip of bedrog bedriegt zijn ziel. 4:12 Want de betovering van ondeugendheid verduistert de eerlijke dingen; en het ronddwalen van begeerte ondermijnt de eenvoudige geest. 4:13 Hij, volmaakt geworden in een korte tijd, vervulde een lange tijd: 4:14 Want zijn ziel behaagde de Heer; daarom haastte hij zich om hem weg te nemen onder de goddelozen. 4:15 Dit zagen de mensen, maar begrepen het niet, en legden het er ook niet bij hun gedachten, dat zijn genade en barmhartigheid met zijn heiligen is, en dat hij heeft respect voor zijn uitverkorene. 4:16 Zo zal de rechtvaardige die dood is, de goddelozen die zijn, veroordelen leven; en jeugd die al snel wordt geperfectioneerd door de vele jaren en ouderdom van de onrechtvaardigen. 4:17 Want zij zullen het einde van de wijzen zien, en zullen niet begrijpen wat God heeft in zijn raad van hem besloten, en met welk doel de Heer heeft hem in veiligheid brengen. 4:18 Zij zullen hem zien en hem verachten; maar God zal hen uitlachen: en zij zullen voortaan een gemeen kadaver zijn, en een smaad onder de dood voor altijd. 4:19 Want hij zal ze verscheuren en ze halsoverkop neerwerpen, zodat ze zullen zijn sprakeloos; en hij zal ze van het fundament afschudden; en zij zullen volkomen verwoest worden en in droefheid zijn; en hun gedenkteken zal omkomen. 4:20 En wanneer zij de rekeningen van hun zonden opwerpen, zullen zij meekomen vrees: en hun eigen ongerechtigheden zullen hen in hun aangezicht overtuigen.