Sirach
36:1 Ontferm U over ons, Heer, God van allen, en aanschouw ons.
36:2 En zend uw angst uit over alle volken die u niet zoeken.
36:3 Hef uw hand op tegen de vreemde volken, en laat ze uw zien
stroom.
36:4 Gelijk Gij in ons geheiligd zijt voor hun aangezicht, zo zijt Gij verheerlijkt onder hen
ze voor ons.
36:5 En laat hen u kennen, zoals wij u hebben gekend, dat er geen andere God is dan
alleen U, o God.
36:6 Toon nieuwe tekenen, en maak andere vreemde wonderen: verheerlijk uw hand en uw
rechterarm, opdat zij uw wonderbaarlijke werken mogen voortzetten.
36:7 Heft verontwaardiging op, en stort toorn uit; neem de tegenstander weg, en
vernietig de vijand.
36:8 Houd de tijd kort, denk aan het verbond, en laat ze het uwe verklaren
prachtige werken.
36:9 Laat hem die ontkomt, verteerd worden door de woede van het vuur; en laat ze
omkomen die de mensen onderdrukken.
36:10 Sla de hoofden van de heersers der heidenen in stukken, die zeggen: Daar!
is niemand anders dan wij.
36:11 Verzamel al de stammen van Jakob, en erf ze vanaf
het begin.
36:12 O Heer, heb medelijden met het volk waarover uw naam wordt genoemd, en over
Israël, die u uw eerstgeborene hebt genoemd.
36:13 O, wees genadig jegens Jeruzalem, uw heilige stad, de plaats van uw rust.
36:14 Vul Sion met uw onuitsprekelijke uitspraken, en uw volk met uw glorie.
36:15 Geef getuigenis aan degenen die u vanaf het begin hebt bezeten,
en verwek profeten die in uw naam zijn geweest.
36:16 Beloon hen die op u wachten, en laat uw profeten getrouw bevonden worden.
36:17 O Heer, verhoor het gebed van uw dienaren, overeenkomstig de zegen van
Aäron over uw volk, opdat allen die op de aarde wonen, het weten
dat Gij de Heer zijt, de eeuwige God.
36:18 De buik verteert alle soorten vlees, maar het ene vlees is beter dan het andere.
36:19 Zoals het gehemelte verschillende soorten hertenvlees proeft, zo proeft een hart van
valse toespraken begrijpen.
36:20 Een weerspannig hart maakt zwaarmoedig, maar een man met ervaring wel
beloon hem.
36:21 Een vrouw zal elke man ontvangen, maar toch is de ene dochter beter dan de andere.
36:22 De schoonheid van een vrouw vrolijkt het gelaat op, en een man houdt van niets
beter.
36:23 Als er vriendelijkheid, zachtmoedigheid en troost in haar tong is, dan is die er niet
haar man zoals andere mannen.
36:24 Hij die een vrouw neemt, begint een bezit, een hulp zoals hijzelf,
en een pijler van rust.
36:25 Waar geen heg is, daar wordt het bezit bedorven; en wie er geen heeft
vrouw zal treurend op en neer dwalen.
36:26 Wie zal een goed aangestelde dief vertrouwen, die van stad tot stad huppelt?
zo [wie zal geloven] een man die geen huis heeft en overal logeert
de nacht neemt hem?