Sirach 32:1 Indien gij de meester [van een feestmaal] wordt, verhef u dan niet, maar wees onder hen als een van de rest; zorg ijverig voor ze, en ga dus zitten omlaag. 32:2 En wanneer gij al uw ambt hebt vervuld, neem dan uw plaats in, opdat gij moogt wees vrolijk met hen, en ontvang een kroon voor uw welbevinden van de feest. 32:3 Spreek, gij die de oudste zijt, want het betaamt u, maar met geluid oordeel; en hinder niet musick. 32:4 Stort geen woorden uit waar een musicus is, en toon geen wijsheid geen tijd meer. 32:5 Een concert van muziekk in een banket van wijn is als een zegel van karbonkel in goud. 32:6 Als een zegelring van een smaragd in een werk van goud, zo is de melodie van musick met aangename wijn. 32:7 Spreek, jongeman, als er behoefte aan u is, en toch nauwelijks wanneer u kunst twee keer gevraagd. 32:8 Laat uw spraak kort zijn, veel begrijpend in weinig woorden; wees als een dat weet en houdt toch zijn mond. 32:9 Als u onder grote mannen bent, stel uzelf dan niet gelijk aan hen; en wanneer oude mannen zijn op hun plaats, gebruik niet veel woorden. 32:10 Voor de donder gaat de bliksem; en voordat een beschaamd man zal gaan gunst. 32:11 Sta vroeg op en wees niet de laatste; maar ga zo snel mogelijk naar huis. 32:12 Neem daar uw vrije tijd en doe wat u wilt, maar zondig niet door hoogmoed toespraak. 32:13 En zegen hem om deze dingen die u heeft gemaakt en u heeft vervuld met zijn goede dingen. 32:14 Wie de Heer vreest, zal zijn straf ontvangen; en zij die zoeken hem vroeg zal genade vinden. 32:15 Hij die de wet zoekt, zal daarmee vervuld worden: maar de huichelaar zal daar beledigd zijn. 32:16 Zij die de Heer vrezen, zullen het oordeel vinden en het recht doen ontbranden een licht. 32:17 Een zondig mens zal niet bestraft worden, maar vindt een verontschuldiging overeenkomstig zijn wil. 32:18 Een raadsman zal attent zijn; maar een vreemde en trotse man is dat niet ontmoedigd door angst, zelfs wanneer hij uit zichzelf zonder raad heeft gedaan. 32:19 Doe niets zonder advies; en als je het eenmaal hebt gedaan, bekeer je dan niet. 32:20 Ga niet op een weg waarin u zou kunnen vallen, en struikel niet onder de stenen. 32:21 Wees niet zeker op een duidelijke manier. 32:22 En pas op voor uw eigen kinderen. 32:23 Vertrouw in elk goed werk op uw eigen ziel; want dit is het houden van de geboden. 32:24 Wie in de Heer gelooft, neemt acht op het gebod; en hij die op hem vertrouwt, zal nooit slechter vergaan.