Psalmen 1:1 Zalig is de man die niet wandelt in de raad van de goddelozen, ook niet staat op de weg van zondaars, noch zit op de zetel van de spottende. 1:2 Maar zijn lust is in de wet des HEREN; en in zijn wet doet hij mediteer dag en nacht. 1:3 En hij zal zijn als een boom, geplant aan waterstromen, dat brengt zijn vrucht voort op zijn tijd; zijn blad zal ook niet verwelken; en alles wat hij doet zal voorspoedig zijn. 1:4 De goddelozen zijn niet zo: maar zijn als het kaf dat de wind voortdrijft weg. 1:5 Daarom zullen de goddelozen niet standhouden in het gericht, en de zondaars niet de gemeente van de rechtvaardigen. 1:6 Want de HERE kent de weg van de rechtvaardigen, maar de weg van de goddelozen zullen omkomen.