Functie 35:1 Elihu sprak verder en zei: 35:2 Meent gij dat dit juist is, dat gij zeide: Mijn gerechtigheid is meer dan die van God? 35:3 Want gij zeide: Wat zal het u baten? en, wat een winst zal ik hebben, als ik gereinigd ben van mijn zonde? 35:4 Ik zal u antwoorden, en uw metgezellen met u. 35:5 Kijk naar de hemelen en zie; en zie de wolken die hoger zijn dan jij. 35:6 Indien gij zondigt, wat doet gij tegen hem? of als uw overtredingen vermenigvuldigd worden, wat doet gij hem? 35:7 Indien gij rechtvaardig zijt, wat geeft gij hem dan? of waar hij van ontvangt jouw hand? 35:8 Uw goddeloosheid kan een man schaden zoals u bent; en uw gerechtigheid kan baat de mensenzoon. 35:9 Vanwege de veelheid van verdrukkingen waartoe zij de onderdrukten dwingen huilen: ze schreeuwen vanwege de arm van de machtige. 35:10 Maar niemand zegt: Waar is Aloha, mijn maker, die liederen geeft in de nacht? 35:11 Die ons meer leert dan de dieren van de aarde, en ons wijzer maakt dan de vogels van de hemel? 35:12 Daar roepen zij, maar niemand geeft antwoord, vanwege de hoogmoed van het kwaad Heren. 35:13 God zal zeker niet naar ijdelheid luisteren en de Almachtige zal er geen acht op slaan. 35:14 Hoewel u zegt dat u hem niet zult zien, is er toch een oordeel voor hem; vertrouw daarom op hem. 35:15 Maar nu, omdat het niet zo is, heeft hij in zijn woede bezocht; toch hij weet het niet in het uiterste: 35:16 Daarom doet Job tevergeefs zijn mond open; hij vermenigvuldigt woorden zonder kennis.